Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar indien een huis te [7]klein is voor een lam, zo neme [8]hij het en zijn nabuur, de naaste aan zijn huis, naar het getal [9]der zielen, [10]een iegelijk naar dat hij eten kan; gij zult rekening maken [11]naar het lam. 7. Dat is, indien hunner te weinig zijn om het lam dien avond geheel te eten. 8. Te weten, de huisvader. 9. Dat is, der personen. Zie Gen.12:5. 10. Hebreeuws, de man naar den mond zijns etens. 11. Dat is, naar evenredigheid van het lam en het getal der personen, die daarvan eten zouden; er op lettende dat er noch te veel, noch te weinig personen waren.